Verhaal 6. De geur van Jasmijn


Ik herinner me de geur van Jasmijn. Die hing in het dorp, in de steegjes, in de velden, over het hele eiland. De herinnering voert me naar warme zwoele avonden, tochten op de brommer, de bergen en de zee. Niet dat ik vaak de bergen in ging, maar tóch…

Ik ben voor lange tijd uit Nederland weggegaan, maar sinds ik hier weer terug ben, voel ik me pas ontworteld.

Nadat ik de middelbare school had afgemaakt, had ik geen toekomstplan. Een jaar eerder had ik tijdens vakantiewerk in Griekenland een liefde ontmoet. Na een jaar corresponderen besloot ik naar hem toe te gaan. Het was niet zo dat ik per se weg wilde uit Nederland, maar achteraf bezien kan mijn vertrek wel plaatsen. De echtscheiding van mijn ouders een paar jaar eerder en de dynamiek in ons gezin maakte dat ik me als jongste niet echt gezien voelde. Op mijn 20e stapte ik dus in een bus naar een klein Grieks eiland, retourdatum onbekend.

Ik stortte me op de taal via talenboeken en Amerikaanse soaps met Griekse ondertiteling. Na een paar seizoenen in de horeca gewerkt te hebben, opende ik een eigen winkel met aquarellen en fotografie. In mijn relatie ondervond ik wat ik dacht dat een taalbarrière was. We begrepen elkaar niet en ik ging nog harder studeren. Maar toen ik de taal eenmaal machtig was en de problemen niet verdwenen, begreep ik dat de verschillen tussen ons veel dieper lagen. Ik had bijvoorbeeld moeite met zijn opvattingen over hoe je met vrouwen omgaat, we ‘levelden’ niet. De relatie sneuvelde. Maar inmiddels was het Grieks helemaal mijn taal, mijn winkel liep goed en de andere winkeliers in de steeg waren mijn familie geworden bij wie ik altijd aan tafel kon aanschuiven, van wie ik altijd op aan kon. Het was mijn thuis geworden.

Na elf jaar kwam mijn Griekse leven met een knal ten einde. Ik kreeg een zwaar auto-ongeluk. Revalidatie en nazorg was er in Griekenland niet bij. Ineens zat ik dus weer bij mijn moeder op de bank. Ik was heel erg in de war: wie ben ik, waar sta ik en wat moet ik hier nou? Ik vind het moeilijk te omschrijven, maar het leek alsof ik een deel van mezelf had achtergelaten in Griekenland. Al wist ik ook niet goed welk deel dat was.

Ik voelde een afstand ten opzichte van mijn eigen land. Ik had geen huis en geen opleiding, mijn werkervaring was in Nederland niets waard en ik had hier geen netwerk. Door Griekenland ben ik me gaan realiseren hoe Nederland functioneert. De regeltjes, de bureaucratie, de structuur. Hier word ik soms gek van de stenen. Ik heb heimwee naar het contact met de natuur, de aarde, de zee en de bergen. Ik voel me thuis met vrienden om me heen bij wie ik altijd kan binnenlopen en aanschuiven aan tafel, zonder dat we eerst onze agenda’s moeten trekken. Natuurlijk heb ik ook vervelende dingen meegemaakt daar, maar het melancholische gevoel van gemis overheerst toch.

Ik had destijds niet echt mensen om me heen met wie ik hierover kon praten. Ik vond het moeilijk om nieuwe vriendschappen te sluiten en mijn oude vriendinnen van de middelbare school konden niet echt aan mijn gevoel relateren. En ik kon mijn gevoelens inmiddels zelf beter onder woorden brengen in het Grieks dan in het Nederlands. Ik besef nu ook dat ‘je thuis voelen’ te maken heeft met hoe je er economisch voor staat. Het heeft zeker vijf jaar geduurd voor ik als zzp’er voet aan de grond kreeg. Nu pas, tien jaar later, voel ik me echt gewaardeerd in Arnhem om wat ik kan, om mijn competenties. Ik word gezien en heb een fijn netwerk. Ik kan zelfstandig mijn boterham verdienen en mijn huur betalen, dat helpt. Was ik in het begin huiverig voor nieuwe vriendschappen, inmiddels heb ik ook weer goede vriendinnen. Mét agenda weliswaar, maar ik heb geleerd dat te accepteren.

Toch neemt gevoel ontworteld te zijn niet af, integendeel. Steeds meer heb ik het idee dat ik met een been in de ene en een been in de andere cultuur sta. Sinds ik terug ben in Nederland verdiep ik me veel meer in de geschiedenis en cultuur van Griekenland en weet ik meer dan de meeste eilanders daar. Ik verslind verhalen, literatuur en talenboeken. Regelmatig ga ik eventjes terug om me ‘onder te dompelen’. Ik zoek dan door het land mijn vrienden van vroeger op. Ik ben daar altijd welkom en kan met hen mijn hart ophalen.

De geur van Jasmijn, die kan ik niet meer ruiken. Met het auto-ongeluk ben ik mijn reuk verloren. Vreselijk vind ik dat. Aan geuren zitten zo veel herinneringen verbonden. Je ruikt iets en denkt meteen aan een bepaald moment. Die associaties, die herinneringen heb ik dan niet. Maar ik geniet bijvoorbeeld wel van Grieken die in het openbaar op een bepaalde manier met elkaar communiceren, zoals zo’n taxichauffeur die tiert naar zijn medeweggebruikers: meestal is zo’n situatie niet te vertalen en daar smul ik dan van.

Het lijkt wel een soort shot wat ik nodig heb, een dosis Griekenland. Maar ook dat levert bij terugkomst in Arnhem steeds een heel dubbel gevoel op. Of ik kan er weer even tegenaan, óf ik kom rouwend terug om het leven dat ik niet meer leid. Maar ja… als ik voor langere tijd terug zou gaan, zou ik misschien wel merken dat dingen daar ook veranderd zijn. Als ik het geld had, zou ik het allerliefste half hier en half daar willen leven. Of misschien zelfs wel helemaal daar. Maar niet zo lang mijn moeder leeft, zij houdt me hier. Tja, ook dát heeft uiteindelijk toch met wortels te maken.

Z.