We zien een boom hangen, hoog aan de Dom. Is de boom heilig? Is het een trofee, een gehangene? De boom is ont-aard, zijn wortels zijn naakt….
De Verlichting wordt vaak gezien als een breuk met de dominantie van het Christelijk-spirituele denken. Als we ver ‘uitzoomen’ op de tijdschaal, dan kunnen we echter waarnemen dat het kind in veel aspecten op zijn moeder lijkt. Zeker als we de twee vanuit een ‘heidens’ perspectief bekijken. We zien dat zowel Christelijk als verlicht denken uitgaat van ‘ergens naartoe gaan’, een soort ingebakken idealisme of omhoog kijken zou je het kunnen noemen. De idee dat we met zijn allen ergens naartoe moeten. Daarbij domineert een vergeestelijkt idee van het ideale, het heilige, waarbij het lichamelijke, het aardse er niet toe doet.
Het Christendom plaatste het heilige buiten de wereldse ruimte, letterlijk buiten de Aarde. Onder heidenen waren het nog rivieren, bergen en bomen die een heilige status verkregen. Vanaf de invoering van het Christendom kon men het heilige niet meer aanraken. Heiligheid werd iets abstract-geestelijks verbonden aan het instituut kerk. Niet iets dat in de wereld was en uit de wereld was voortgekomen.
De kerk liet heilige bomen omzagen toen het heidens gebied kerstende, men plaatste er vaak Mariabeeldjes op. Een mooie metafoor voor de omslag van een hele denkwijze. Een omslag die moeilijk te overschatten is denk ik.
Het is wonderlijk om een lijn te trekken tussen ‘iemand die in zijn hoofd zit’ in onze huidige hypermaatschappij en een proces van ont-aarding dat wellicht al 2000 jaar geleden is ingezet met de opkomst van het Christendom en diens devaluatie van het Aardse.