Toen ik de audio verhalen uit de vorige blogs luisterde in de auto op de snelweg – inmiddels ver van de ontaarde boom verwijderd – kwam er vooral één woord in me op: gemeenschapszin. Of de teloorgang er van. Ik realiseer me dat dit voor mij zelf slechts een abstract begrip is, dat ik moet leren begrijpen uit de verhalen en woorden van anderen. Mijn vriendin, die uit een klein dorp komt in Drenthe kent het nog wel uit eerste hand.
Ik moet denken aan wat er gebeurd is, welke waarden en levensmotieven dominant zijn geworden in onze maatschappij? Welke veranderingen de gemeenschapszin zo hebben aangetast? Individualisering is daarbij een voor de hand liggende verandering die zich opdringt. Terwijl we steeds minder verbinden, minder wortelen, verwachten we steeds meer van het individu, van onszelf dus. Dat gaat al lang niet meer over zelfbevrijding uit beknellende systemen. Die systemen zien we niet eens meer, we achten onszelf al vrij. Vooral vanuit de Angelsaksische wereld waaien ideeën over die ons vertellen dat we alles uit onszelf moeten halen, dat alles kan als je het maar wil, enzovoort, enzovoort. Een deel van het ‘zelfhulp’ denken sluit hier bij aan, – jij – het individu hebt immers een probleem als het niet goed met je gaat. – jij – moet het ook oplossen. Je hebt legio middelen ter beschikking – boeken, cursussen, vlogs, enzovoort – die je kunnen helpen het ‘project zelf’ te vervolmaken. Niet alleen zul je helemaal in je flow zijn 24 uur per dag, maar je zult ook nog eens ‘impakt’ hebben en met kop en schouders boven het maaiveld uitsteken.
Stress, daar
twijfelt niemand aan, is een individueel probleem, net als depressie,
burn-out, enzovoort. Maar is dat wel zo? Of zijn dit
problemen die vooral ontstaan wanneer we ons geen deel meer voelen
van een groter geheel? Wanneer we ons niet gedragen, omringd,
geworteld voelen? Wanneer we voelen dat we niet kunnen terugvallen op
anderen?
Natuurlijk hebben we individueel invloed op onze
verbondenheid met anderen. Maar schatten we deze verbondenheid op
waarde en zien we een verband met de schijnbaar individuele problemen
die we ervaren?
Als alle pijlen, alle ‘oplossingen’, alle
zelfhulpboeken en tijdschriften wijzen naar individuele ontwikkeling.
Als alle verwachting wordt gecreëerd rondom het ‘project zelf’;
Als men daar de vindplaats van de heilige graal verwacht, zal men
daar dan ook niet zoeken, bij de verbetering van het ‘zelf’?
Een mens is speelbal van zijn omgeving, we kunnen zelden loskomen van het heersende denken in onze maatschappij. Men gelooft dat geluk daarvandaan komt, waar de maatschappelijke pijlen naar wijzen. Die wijzen naar zelfmaximalisatie, naar ‘impakt’ – het verschil maken. Maar terwijl iedereen zichzelf opblaast en zo ontzettend het verschil loopt te maken in de wereld hebben we geen tijd meer of geestelijke ruimte voor onze buurman of neef, geen ruimte meer voor wie of wat zich spontaan aandient. We zijn namelijk veel te hard bezig onze ballen in de lucht te houden, onze mogelijkheden te ontplooien, onze doelen na te streven, gek genoeg: zekerheid na te streven. Een zekerheid die we pas voelen, juist als we ons verbonden voelen en onze risico’s delen.